De beharing bestaat uit dichte vaste stijve krullen en is vrij van wolligheid. Het haar moet een natuurlijke vettigheid hebben.
Voor het behoud van een goede vacht is zwemmen van belang, terwijl regelmatig kammen en borstelen noodzakelijk zijn om de vacht vrij te houden van klitten. Hoe vaak de hond geborsteld/gekamd moet worden hangt af van de structuur van de vacht. Het kan volstaan van één keer per week tot één keer per drie weken. De vacht verhaart weinig en voor het overige is het onderhoud vrij gering. Een paar keer knippen per jaar is over het algemeen al voldoende. Na het borstelen is het aan te raden de vacht weer nat te maken – eventueel te wassen – en het van nature te laten drogen zodat de Ierse Water Spaniel dan weer de natuurlijke krullen terugkrijgt.
Knippen/trimmen
Begin altijd de vacht goed te borstelen met een universeel borstel. Controleer nadien met een grove kam op achtergebleven klitten. Als u nog een viltplek tegenkomt, probeer die dan voorzichtig met uw vingers uit elkaar te trekken of gebruik zogenaamde ontviltingskammen (matbrekers etc.). Een viltplek is een combinatie van vuil en dood haar. Nooit zomaar afknippen, want dan krijgt u een gat in de vacht, dat moeilijk te verbergen is.
Als u zeker weet, dat al het dode haar uit de vacht is verwijderd, dan bent u zover, dat u de schaar kunt gebruiken.
Trimschema
Het hoofd
Karakteristiek voor het ras is de “topknot”, deze groeit tot in een piek tussen de ogen. Knip met een effileerschaar de door de zon gebleekte uiteinden weg. Laat de achterkant overlopen in de hals, de zijkanten over laten lopen in de oren. Deze “topknot” vereist heel weinig trimwerk en ook aan de lengte van de oren wordt niet geknipt. De neus is van nature glad behaard maar het wegnemen van een beetje overtollig haar hier en daar kan een groot verschil maken.
Zorg ervoor dat u de sikken (toggles) en de tochtlatten of bakkebaarden (sideburns) aan de achterzijde van de wangen laat staan. Deze zijn karakteristiek voor het ras.
De hals
De hals heeft van nature een gladde V-vorm. Knip het haar de voorborst vlak en laat het overlopen in de voorbenen.
Laat het haar tussen de voorbenen staan, de Ierse Water Spaniel dient een diepe voorborst te hebben.
Hals en lichaam
De hals vloeiend over laten lopen in de rug, deze moet recht zijn. Knip vervolgens het lichaam tonvormig en zorg dat de buiklijn niet opgetrokken is. Laat de schouder vloeiend overlopen in het voorbeen.
De voor- en achterbenen
Het haar aan de voorkant van het voorbeen is iets korter dan de achterkant. De benen moeten recht zijn en de voeten rond geknipt zonder dat de nagels erg zichtbaar zijn. De achterhand moet goed gehoekt zijn, kort het haar boven de sprong iets in waardoor de hoeking van de sprong wordt geaccentueerd. Houdt een volle beenbeharing die vloeiend overgaat in het lichaam.
De staart
Bij de meeste Ierse Water Spaniels hoeft de staart niet te worden getrimd, maar misschien moet hij wel wat worden bijgewerkt. Zijn er op het onderste deel van de staart, waar de krullen bij de staartaanzet ophouden, lange haren, zorg dan dat u deze kwijtraakt.
Tenslotte kunt u de hond natmaken zodat het haar weer gaat krullen en er niet piekerig uitziet. Controleer, als uw hond weer droog is, of er nog slordige punten en ongelijke plekken te zien zijn en corrigeer het trimwerk.
